Maandelijks archief: mei 2018

Wie was Rembert Dodoens?

De familie Dodoens komt oorspronkelijk uit Friesland. De vader kwam naar Leuven om geneeskunde te studeren en werd na zijn studies stadsgeneesheer in Mechelen. De moeder van Rembert Dodoens kwam uit een familie met verschillende stadsgeneesheren in Mechelen. Dodoens kwam dus uit een gegoede familie die een medische interesse stimuleerde.

Rembert Dodoens gaat in Leuven geneeskunde studeren en studeert ook aan het Drietalencollege. Daar wordt het medisch onderwijs dat gebaseerd is op originele bronnen, in plaats van op vertalingen, gepropageerd.

De eerste jaren na zijn studies houdt Rembert Dodoens zich bezig met kosmologie en kosmografie. Dit heeft hij geleerd bij zijn leermeester Gemma Frisius. Uit zijn werk blijkt dat hij Nicolaas Copernicus kent maar hij neemt geen standpunt in in de discussie rond het heliocentrisme of het geocentrisme.

In 1541 wordt Dodoens stadsgeneesheer in Mechelen, een functie die hij 33 jaar zal bekleden. In 1557 wordt hem een leerstoel aan de Universiteit van Leuven aangeboden maar hij weigert dit omwille van een conflict rond zijn loon. Hij wordt wel lijfarts van keizer Maximiliaan II en op 65-jarige leeftijd gaat hij doceren aan de Universiteit van Leiden en hij zal dit doen tot zijn dood in 1585.

Ondertussen kent hij ook de nodige tegenslagen. Hij verliest zijn vrouw en zijn huis wordt geplunderd door Spaanse troepen.

In zijn eerste geneeskundige werk, het Koortsenboek, brengt Rembert Dodoens correcties en aanvullingen aan op een Byzantijnse medische encyclopedie vertaald uit het Grieks in het Latijn. In de traditie van het Drietalencollege vergelijkt hij de Latijnse vertaling met het originele handschrift. Op het einde van zijn leven schrijft hij een boek over zeldzame en speciale ziekten dat wordt uitgegeven bij Christoffel Plantijn in Leiden.

Als geneesheer was hij ook geïnteresseerd in plantkunde. In 1543 verschijnt zijn vertaling in het Nederlands van het werk van Leonhart Fuchs. In een 1554 verschijnt zijn belangrijkste werk, het Cruydeboeck. Dit werk is – opmerkelijk – geschreven in het Mechels dialect. Pas in 1583 verschijnt een Latijnse vertaling bij Christoffel Plantijn in Antwerpen.

cruydeboeck

De bijdrage van Rembert Dodoens tot de plantkunde is zonder twijfel vernieuwend te noemen. Ten eerste gaat hij zelf op zoek naar planten en beschrijft ze. Ten tweede verwerpt hij de algemeen aanvaarde theorie dat medicinale planten een “teken” hebben waaruit de werking van de plant kan worden afgeleid. In de plaats daarvan onderzoekt hij lang en grondig nieuwe medicijnen. De belangrijkste vernieuwing was de invoering van een classificatie van de planten. Hij ging de planten niet meer alfabetisch rangschikken maar volgens bepaalde uiterlijke kenmerken. Zo is hij de voorloper van Carolus Linnaeus die de plantensystematiek definitief zal uitwerken. Om alle kenmerken goed te kunnen weergeven zijn degelijke illustraties van cruciaal belang. Het Cruydeboeck is geïllustreerd door de uitstekende Mechelse illustrator Pieter van der Borcht.

Sinds einde vorig jaar is Rembert Dodoens vereeuwigd door een beeld(je) van Ad Wouters in de kruidtuin van Leuven.